Sint-Niklaas zet turbo op aanleg zonnepanelen en start energiedelen
08 Juni 2023
De stad Sint-Niklaas breidt het aantal zonnepanelen de komende jaren fors uit. Het dak van het gerenoveerde techniekhuis moet zorgen voor een verdubbeling van de huidige oppervlakte. De opgewekte energie zal de stad gebruiken om binnen het eigen patrimonium te delen.
In 2018 bedroeg de oppervlakte zonnepanelen op stadsgebouwen slechts 252 m². Sindsdien werd een stevige inhaalbeweging gemaakt. Vandaag staat de teller op 3346 m². Dat moeten er tegen 2030 6505 worden. Vooral het dak van het te renoveren techniekhuis in Industriepark Noord biedt veel mogelijkheden.
Schepen voor gebouwen Bart De Bruyne (Groen): “Alle nieuwe stadsgebouwen worden sowieso meteen van zonnepanelen voorzien. Ook op oudere gebouwen hebben we nog heel wat potentieel dat we in de toekomst willen benutten. Het techniekhuis heeft de grootste dakoppervlakte. Daar leggen we na de geplande renovatie een heus zonnepark aan. Dat moet klaar zijn tegen 2028.”
Minder elektriciteitskosten en minder CO²-uitstoot
Tot vandaag gebruikte de stad een deel van de opgewekte groene stroom in het gebouw zelf. “Dat zorgt er nu al voor dat we jaarlijks bijna 100 000 euro aan elektriciteitskosten besparen, bovenop 83 ton minder CO²”, geeft schepen de Bruyne aan. Eén derde van de stroom wordt op het net geïnjecteerd? De stad gaat dit overschot nu efficiënter inzetten door binnen het eigen patrimonium aan energiedelen te doen.
Energiedelen met andere stadsgebouwen
Schepen voor duurzaamheid Wout De Meester (Groen): “Sinds kort maakt de netbeheerder het mogelijk om binnen deze stroom te delen met andere gebouwen in de stad. We hebben nu een plan klaar om hier optimaal gebruik van te maken. Dat moet ervoor zorgen dat de opbrengst van ons zonnepanelenpark nog zal stijgen.”
Energiegemeenschap onderzoeken
Op dit ogenblik heeft de stad nog geen energieoverschot die in een grotere gemeenschap gedeeld kan worden. “Met het zonnepark op het techniekhuis zal dat wel geval zijn. We onderzoeken momenteel hoe we die energie in de toekomst kunnen delen met scholen, zorginstellingen en bedrijven binnen een energiegemeenschap. Maar dat is voorlopig nog toekomstmuziek”, besluit schepen De Meester.