Elke klant praktijkleraar

26 Juli 2022

Elke klant praktijkleraar

Met de campagne 'Ik praat mee' zet Den Azalee de klanten ertoe aan een praatje te maken met de werknemers. Zo krijgen ze meer oefenkansen Nederlands en het geeft hen een fijn gevoel.

Heel wat werknemers van Den Azalee hebben een andere taal dan het Nederlands als moedertaal. Op de werkvloer van de kringwinkels, het strijkatelier, het fietspunt en buurtrestaurant De Variant wordt dagelijks aan hun kennis van het Nederlands geschaafd.

"De praktijk is de beste leerschool om je kennis van het Nederlands aan te scherpen. Als je de taal goed onder de knie wil krijgen is een cursus Nederlands een belangrijke eerste stap, maar het is in de praktijk dat je de kneepjes leert én zelfvertrouwen opbouwt om je de taal eigen te maken. Met deze campagne willen we klanten stimuleren een gesprekje aan te knopen met onze werknemers die Nederlands aan het leren zijn," legt schepen van welzijn en voorzitter van Den Azalee Sofie Heyrman uit.

Oefenkans én een fijn gevoel

Oefenkansen zijn onontbeerlijk als je een taal goed wil leren. Met een pin 'Ik werk aan mijn Nederlands' geven werknemers van Den Azalee aan dat ze nog volop aan hun Nederlands aan het werken zijn. Klanten kunnen de boodschap 'Ik praat mee' opspelden en promoveren zichzelf daarmee tot praktijkleraar. "Het is immers in die kleine gesprekjes dat je de finesses van de taal echt leert kennen. Met een eenvoudig 'Hoe is het?' of 'Alles goed?' ben je vertrokken. Onze taalcoaches en de medewerkers van de dienst activering merkten op dat weinig klanten ertoe komen een gesprek aan te knopen of snel overschakelen naar Engels of Frans. Dat hoeft niet. Elk gesprek in het Nederlands - hoe klein ook - is een oefenkans. Onze eigen klanten zijn in feite de beste praktijkleraars," aldus Sofie Heyrman. "Zo'n gesprekje is niet enkel goed voor de taalontwikkeling, het geeft de werknemers ook een fijn gevoel."

Traject op maat

Taalkennis is naast onder andere zelfredzaamheid een belangrijke tool voor mensen die een grotere afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Sint-Niklaas is al jaren een voortrekker in het opzetten van activeringstrajecten. Met Taalspoor wil de stad mensen klaarstomen voor een job in de reguliere of de sociale economie. Deelnemers worden worden uitgebreid gescreend en op basis daarvan krijgen ze een traject op maat. Het aanleren van Nederlands is één van de belangrijkste doelstellingen van deze trajecten. Dit gebeurt niet enkel door cursussen, maar ook door samen met vrijwilligers - de zogenaamde 'praatkameraden' - te oefenen op de werkvloer.