Meer bomen voor Sint-Niklaas

06 September 2019

Meer bomen voor Sint-Niklaas

De vergroening van het openbaar domein en verdere bebossing van ons grondgebied behoren tot ‘core business’ van Groen Sint-Niklaas. Op dit vlak willen we de lijn van de vorige legislatuur doortrekken én de lat nog hoger leggen. De ambities van dit stadsbestuur zijn van in het begin duidelijk: deze bestuursperiode zullen we de grootste bosaanplant in de geschiedenis van onze stad realiseren en ook straten en pleinen zullen een zichtbare vergroeningskuur ondergaan.

Een oplossing op maat van onze stad

De warmterecords van de afgelopen zomer houden de mensen bezig. Ze komen helaas niet onverwacht. Ze waren jaren geleden al af te lezen in de statistieken over de uitstoot van broeikasgassen. Daar zal de komende jaren helaas geen verandering in komen. In de vorige bestuursperiode hebben we dan ook volop ingezet om werk te maken van het terugdringen van de opwarming van de stad, het zogenoemde ‘hitte-eilandeffect’. Door onder andere verharding en menselijke activiteit ligt de temperatuur in de kernstad enkele graden hoger dan in het buitengebied. Iedereen die ooit op een zomerse avond met de fiets vanuit de stadsrand richting centrum gereden heeft, heeft dit effect aan den lijve ondervonden. We lieten ons inspireren door steden met een rijke planningsgeschiedenis als Kopenhagen en Amsterdam, en namen hun lobbenstadmodel om verkoeling, groen en zuivere lucht tot in het stadcentrum te brengen als leidraad voor Sint-Niklaas. Een stad met groene lobben, aangevuld met dorpsbossen was en is nog steeds het geschikte antwoord op verkoeling van de stad. Dat we dit model als eerste Vlaamse stad als uitgangspunt nemen voor onze planologische ontwikkeling kwam dan ook al op meerdere studiedagen aan bod, en kan in de toekomst hopelijk ook andere steden inspireren.

Langetermijn…

Dit goed doortimmerde plan behelst veel meer dan het enkel neerpoten van een symbolisch aantal bomen. Het plan voor de groene lobben rond de stad is een huzarenstukje dat jaren planning, heel wat geld en politieke moed vergt. De weg tot volwaardige groene lobben, buurt- en stadsbossen is stevig, maar zal na verloop van tijd tienduizenden nieuwe en gezonde bomen opleveren. Het bosareaal zal binnen aanzienlijk toenemen en voor meer verkoeling, een betere leefkwaliteit én meer biodiversiteit zorgen. Mensen vergeten in deze vluchtige tijden al te vaak dat bosaanplant een kwestie van veel tijd en nog meer geduld is. Het effect laat zich pas op langere termijn gevoelen. Net daarom moeten we er nú werk van maken.

… maar ook op korte termijn

Omdat het probleem steeds urgenter wordt, willen we ook op kortere termijn effect creëren. Naast de buurt- en de dorpsbossen wil dit stadsbestuur werk de aanwezige straten en pleinen stevig vergroenen. Dat ook de bevolking hier vragende partij is, bleek duidelijk uit het Stadsgesprek. Zowel in de online bevraging als tijdens de gesprekstafels kwam deze verzuchting uitvoerig en veelvuldig aan bod. Door het masterplan publieke ruimte zullen er bij vernieuwing van straten vaker bomen en geveltuintjes in het straatbeeld komen. Op hun beurt zorgen zij voor verkoeling én zorgen ze voor een aangenamere en (visueel) aantrekkelijkere stad. Niet alleen grote pleinen als het  Hendrik Heymanplein en de Grote Markt zullen er binnen enkele jaren groener uitzien. De talrijke kleinere speelpleintjes, geveltuinen en groene speelplaatsen die her en der zullen verschijnen, geven onze stad extra ademruimte en meer leefkwaliteit. Tot slot deelt de stad bloemenzaad en duizenden planten en bomen gratis uit aan de burgers. Op die manier kan elke Sint-Niklazenaar vanop zijn of haar privédomein gratis zijn persoonlijke steentje aan de vergroening bijdragen.

Kwaliteit of kwantiteit?

We willen ons niet vastpinnen op het aantal bomen. Niet enkel het aantal bomen doet er toe, maar ook de plaats waar ze staan en het soort boom dat ergens geplant wordt, is van belang. De visie hierachter werd vastgelegd in het bomenbeleidsplan dat in 2018 unaniem door de gemeenteraad goedgekeurd werd. De interessantste bossen zijn immers niet de zeer dicht beplante naaldbossen waar de bodem amper of geen zonlicht ziet en sterk verzuurd is. Ook de aanplant  met verse twijgjes moet het in biodiversiteit afleggen tegen loofbossen met grote gezonde bomen met grote kruinen, met hier en daar een open plek. Die laatsten hebben echter beduidend minder bomen. Van alle aangeplante bomen komt slechts een beperkt aantal tot volle wasdom.

Dit wil uiteraard niet zeggen dat aantallen er helemaal niet toe doen. Meer oppervlakte bebossen betekent automatisch meer bomen. Het is duidelijk dat we de ambitie hebben om tienduizenden bomen bij te planten, en misschien halen we wel het symbolische getal van één boom per inwoner wel. Het is echter niet zo dat het succes van het natuur- en klimaatbeleid is enkel af te meten door een simpele bomenteller. De realiteit is een pak complexer. Het gevoelig én structureel vergroten van het (toegankelijke) bosareaal binnen de krijtlijnen van het lobbenstadmodel: daar ligt onze grootste ambitie.

Het stadsbestuur geeft gehoor aan de oproep van Bos+ door met de uitrol van het lobbenstadmodel de stad te ‘vergroenen en te verblauwen’ en zodoende het hitte-eilandeffect tegen te gaan. Het stadsbestuur engageert zich om in de stadskern werk te maken van het vergroenen van straten en pleinen. En het stadsbestuur zal werk maken van een buurtbos in elke groene lob en in elke deelgemeente en daarmee de grootste bosaanplant in de geschiedenis van onze stad realiseren.