Veiligheid


Alle inwoners van Sint-Niklaas en de deelgemeentes hebben het recht om zich veilig en geborgen te voelen in hun straat, wijk, buurt of gemeente. Veiligheid bepaalt in grote mate of mensen graag in hun buurt of stad wonen. Uit de stadsmonitor blijkt dat 17 % van de inwoners zich onveilig voelt in Sint-Niklaas, wat significant hoger is dan in andere centrumsteden. Dat cijfer willen we absoluut naar beneden. Tegelijk beseffen we dat er een kloof gaapt tussen het veiligheidsgevoel en de effectieve veiligheidscijfers. Er zijn heel wat factoren die dat eerste in de hand kunnen werken: de inrichting van de openbare ruimte, sociale cohesie, sociale controle, evenementen en activiteiten… De veranderingen die de stad ondergaat, worden niet door iedereen als positief gezien en door heel wat inwoners zelfs als bedreigend ervaren.

We bekijken veiligheid in onze stad dus als een integraal verhaal. Van werken aan warme buurten over de inrichting van de openbare ruimte tot de inzet van politie: elk kunnen ze ertoe bijdragen dat inwoners zich veiliger voelen en het leven in de stad als aangenaam ervaren. Veiligheid betekent voor ons dus niet enkel handhaven en repressie. Preventie en nazorg zijn voor ons minstens even belangrijk.

We beperken veiligheid niet enkel tot de fysieke openbare ruimte: ook in de aanpak van bijvoorbeeld haatspraak op internet heeft de stad een rol te spelen.

We wegen steeds veiligheid af tegen vrijheid en burgerrechten. Daarom zijn we geen voorstander van ongebreideld cameratoezicht. Camera’s plaatsen kan voor ons enkel na grondige overweging en als onderdeel van een bredere strategie.

Samen bouwen aan een veilige stad

 


1.🤝💪Preventie door participatie

Een breed preventiebeleid is voor ons het fundament om een integraal veiligheidsverhaal voor onze stad op te bouwen. Verschillende beleidsdomeinen hebben hier samen een rol in te vervullen: huisvesting, onderwijs, jeugdbeleid, stadsvernieuwing, openbaar domein… Dit is voor Groen Sint-Niklaas bij uitstek ook een verhaal waar inwoners van alle leeftijden in betrokken moeten worden.

  • Ontmoetingsplaatsen brengen leven in buurten. We experimenteren in wijken met weinig groen en ontmoetingsplaatsen. We kijken hiervoor naar braakliggende stukken grond die een tijdelijke bestemming kunnen krijgen (cfr de samentuin in de Kroonmolenwijk). We werken hiervoor ook samen met organisaties en partners en kijken in hoeverre zij hun accommodatie willen openstellen voor externen. We zorgen er ook voor dat plaatsen niet door één specifieke groep geclaimd worden.
  • Bij ingrepen in de openbare ruimte wordt veiligheid van bij het ontwerp meegenomen. We interpreteren dit in de ruimst mogelijke zin: het gaat niet enkel om verkeersveiligheid, maar ook om verlichting, de inplanting van groen en het voorzien van ontmoetingsmogelijkheden. Bij projecten die een impact hebben op een buurt, wijk of deelgemeente zorgen we systematisch voor kwalitatieve inspraak van inwoners om hun bezorgdheden optimaal en van in het begin te kunnen meenemen.
  • We zien een belangrijke rol weggelegd voor nabijheid. Wijkagenten, buurtwerking, hulpverleners, organisaties die in wijken of deelgemeentes actief zijn en hun buurt door en door kennen: elk kunnen ze mee hun rol spelen om de leefbaarheid te vergroten. Zij kunnen signalen oppikken en zijn vaak een belangrijk aanspreekpunt bij problemen. Dit hangt voor ons ook sterk samen met sociale cohesie: door bottom-up activiteiten te stimuleren (oa door subsidies en ondersteuning voor het organiseren van buurtfeesten of een buurtdrink) willen we de leefbaarheid in wijken, buurten en deelgemeentes verhogen. In buurten met een minder sterke sociale cohesie organiseren we zelf activiteiten met het oog op verbinding en ontmoeting. Gebiedsgerichte netwerken – zeker in kwetsbare wijken – kunnen hier een belangrijke rol spelen. Zie hiervoor ook het hoofdstuk rond participatie. Nabijheid en meer contact tussen mensen hebben een positieve invloed op het veiligheidsgevoel.
  • We zetten verder in op Hoplr als digitaal middel om buren dichter bij elkaar te brengen en als bijkomend kanaal voor buurtgerichte communicatie vanuit de stad. In buurten waar Hoplr nog minder gebruikt wordt, proberen we het gebruik met gerichte acties op te krikken. We zetten de buurtconciërge van Hoplr in verschillende wijken in om hulpvragen aan helpende handen te matchen.
  • We bekijken per wijk of deelgemeente de verschillende in Stad in cijfers beschikbare parameters en komen zo tot een wijkanalyse. Die vullen we verder aan met onderzoek bij burgers zelf. Innovatieve technieken als luisteronderzoek hebben ook in onze stad al aangetoond dat ze niet enkel belangrijk zijn voor de sociale cohesie, maar dat ze ook accuraat naar boven brengen wat inwoners écht belangrijk vinden in hun buurt. De bevindingen hieruit nemen we als uitgangspunt om ook de veiligheid en het veiligheidsgevoel binnen een wijk, buurt of deelgemeente aan te pakken.
  • Deze bestuursperiode heeft de stad voor het eerst gewerkt met schoolspotters.  Zij hebben een preventieve en sensibiliserende opdracht. De aanwezigheid van de schoolspotter in de schoolomgeving en aan haltes van het openbaar vervoer zorgt ervoor dat ze een ‘bekend gezicht’ worden. Een belangrijke uitdaging die zij vanuit deze positie moeten aangaan is het opbouwen van vertrouwen en respect van de schoolgaande jongeren. Op die manier verwerven zij immers het mandaat om hen te kunnen aanspreken op hun gedrag en om hen persoonlijk te kunnen informeren. Groen wil dit project graag verderzetten.
  • Burenbemiddeling kan een eerste maar belangrijke stap zijn om samenlevingsproblemen in de kiem te smoren. We bekijken hoe we dit initiatief een doorstart kunnen geven, in samenspraak met politie en welzijnsdiensten.
  • In verschillende wijken in de stad en de deelgemeentes bestaan al BuurtInformatieNetwerken (BIN’s). We stimuleren deze werkingen om hun focus te verruimen en ook meer in te zetten op ontmoeting (bv verwelkomen van nieuwe inwoners).
  • We maken werk van jongerenopbouwwerkers die in specifieke wijken en buurten connectie maken met jongeren, een aanbod uitwerken en hen toeleiden naar verenigingen en jongerenwerkingen (sport, cultuur, jeugdbewegingen, jeugdhuis…).
  • We maken werk van een betere band tussen jongeren en politie. Sommige jongeren komen vooral in aanraking met de repressieve en sanctionerende kant en dat zorgt voor een negatieve beeldvorming bij zowel jongeren als politie. Dit kan door bijvoorbeeld een ‘jongerenflik’ aan te stellen die zowel op het terrein als online voeling houdt met jongeren, door in te zetten op vorming bij het politiekorps en politie en jongeren op verschillende momenten en manieren samen te brengen.
  • We zien ook een belangrijke rol voor scholen weggelegd. Geregeld krijgen we vanuit scholen het signaal dat bepaalde fenomenen en tendensen die online populair zijn ook in Sint-Niklase scholen opduiken (steaming, happy slapping, digitale belaging…). We blijven inzetten op een nauw overleg en wisselwerking tussen scholen, stadsdiensten en politie om de situatie te monitoren, aan sensibilisering en preventie te doen en waar nodig in te grijpen. We zetten hiervoor onder andere ook schoolspotters in.
  • We vinden ook belangrijk dat we blijven inzetten op projecten die zich richten op voortijdige schoolverlaters en NEET-jongeren. Om hen op de radar te krijgen, hebben we nood aan jongerenopbouwwerkers die vindplaatsgericht met jongeren aan de slag gaan.
  • Met het stijgende aantal (elektrische) fietsers en steppers in onze stad is het noodzakelijk om hier een nog een tandje bij te steken. Behalve het verderzetten van antidiefstalbeleid vinden we het ook belangrijk dat er aandacht is voor andere veiligheidsmaatregelen, o.a. adequate verlichting en aangepaste snelheid. Dit kan door gerichte acties van de politie, maar ook door communicatie vanuit de stad. Daarnaast is het belangrijk dat we voldoende stallingen voorzien waar (bak)fietsen en steps veilig gestald kunnen worden. Om het aantal rondslingerende steps in te dijken kan - net als in bv. Antwerpen - gewerkt worden met dropzones.

2.💪Politiezorg van hoge kwaliteit

De belangrijkste partner om een veiligheidsbeleid uit te tekenen blijft de politie. Een nabije en aanspreekbare politie met een brede en kwalitatieve waaier aan politiezorg is dé cruciale speler. Overleg en afstemming tussen politie, stadsdiensten, welzijnsveld en onderwijs zijn hierbij onmisbaar.

  • We willen inzetten op een beter en toegankelijker onthaal van iedereen die aangifte wil doen. Het eerste contact is cruciaal voor een wederzijds respect burger-politie.
  • Een nabij en aanspreekbaar politiekorps is voor Groen Sint-Niklaas belangrijk. Wijkagenten of de fietspatrouille zouden vertrouwde gezichten in wijken, buurten en deelgemeentes moeten worden. We pleiten er ook voor om het aantal wijkinspecteurs uit te breiden, zeker in wijken die volgens wijkanalyses een kwetsbaarder profiel hebben. Ook kan de politie wijkkantoren openen. Groen wil de mogelijkheid van een klein wijkkantoor aan het Stationsplein bekijken. De aanwezigheid van agenten te voet of met de fiets in wijken of deelgemeentes kan ook een positieve invloed hebben op het subjectieve onveiligheidsgevoel zodat politie niet enkel geassocieerd wordt met interventies.
  • Werken met brugfiguren binnen bepaalde groepen of gemeenschappen kan een interessante aanvulling zijn voor de werking van het politiekorps: op die manier kan de politie op een informele manier de vinger aan de pols houden en kan het wederzijds vertrouwen versterkt worden.
  • We blijven ijveren voor meer diversiteit binnen het politiekorps: de samenstelling van het team weerspiegelt idealiter de bevolking van de stad.
  • Ook moeilijke thema’s moeten bespreekbaar blijven: racisme en discriminatie, seksueel en intrafamiliaal geweld, homo- en transfobie… Etnische profilering, discriminatie of racisme tegenover bepaalde bevolkingsgroepen zijn voor ons een absolute no-go.
  • Het is belangrijk dat de politie een partner blijft binnen de verschillende netwerken die in de stad bestaan. Zowel in gebiedsgerichte netwerken als netwerken rond diversiteit, onderwijs en welzijn is de politie een belangrijke meerwaarde.
  • De lokale politie blijft via sociale media sterk inzetten op communicatie met de bevolking. Ook dit vergroot de nabijheid.
  • Gemeenschapswachten en GAS-ambtenaren kunnen aanvullend aan de politie werken en ingezet worden om bepaalde vormen van overlast aan te pakken. Zo prijken zwerfvuil en sluikstorten al jaren bovenaan de lijst burgerklachten. Een gecoördineerde en verder opgedreven aanpak is hier aangewezen. Dit is geen exclusief Sint-Niklase problematiek: we overleggen nauw met andere steden hoe zij dit aanpakken.

3.💪Handhaving

Handhaving is de sluitsteen van een goed veiligheidsbeleid. Regels zijn er immers om te respecteren. De juiste personen moeten de juiste tools krijgen om gepast te kunnen reageren.

  • Een verkeersveilige stad is voor ons absolute prioriteit. Een levendige stad moet tegelijk ook een verkeersveilige stad zijn. Het aantal verkeersongevallen willen we drastisch naar beneden halen. Sterke handhaving van de verkeersregels is één van de elementen die we daarvoor willen inzetten. Meer en betere apparatuur voor snelheidscontroles en voor controle op tonnagebeperking zijn hiervoor cruciaal.
  • Te snel en/of te roekeloos rijden wordt door inwoners als één van de belangrijkste oorzaken van overlast aangestipt. Bovendien is het bijzonder gevaarlijk. Waar mogelijk passen we de weginrichting aan het snelheidsregime aan, maar waar dit (nog) niet kan, is een sterke handhaving en controle noodzakelijk. Voor Groen Sint-Niklaas is het belangrijk dat er daarnaast ook sterk op preventie, sensibilisering en het stimuleren van verantwoord rijgedrag ingezet blijft worden. We brengen samen met de politie de ‘zwarte punten’ in kaart en spreken duidelijke prioriteiten af. We nemen de signalisatie (oa van de zone 30) nog eens kritisch onder de loep.
  • Met Groen Sint-Niklaas stellen we ons terughoudend op tegenover cameratoezicht. Camera’s vervangen geen politiemensen. Ze plaatsen kan voor ons enkel na grondige overweging per case en als onderdeel van een bredere strategie. ANPR-camera’s en flitscamera’s kunnen wél een interessante tool zijn om grootschalige en permanente controle uit te oefenen op specifieke plaatsen en zo bijdragen aan meer verkeersveiligheid. Zo wordt ook elke chauffeur op een gelijke manier behandeld.
  • Controles op middelengebruik tijdens het rijden zijn noodzakelijk. Het aantal ongevallen onder invloed moet naar beneden.
  • Samen met de naburige gemeentes blijven we ijveren voor minder doorgaand zwaar vrachtverkeer door de dorpskernen.
  • Sterke milieuhandhaving blijft voor Groen Sint-Niklaas erg belangrijk als sluitstuk voor ons lokaal milieubeleid en als onderdeel van het zonaal veiligheidsplan. Een goede afstemming tussen de stedelijke milieudienst en de lokale politie is hiervoor noodzakelijk.
  • Naast handhaving pleiten we ook voor een sterke(re) nadruk op nazorg. Goede slachtofferbegeleiding en bemiddeling is cruciaal om bepaalde gebeurtenissen te verwerken. We bieden bij de stad plaatsen aan voor alternatieve straffen en maatregelen. Specifiek bij jongeren die lichte inbreuken gepleegd hebben, wordt er ingezet op een bemiddelingstraject met jongere én ouders dat verder gaat dan enkel de feiten.

4.💪Strijd tegen overlast en asociaal gedrag

Omgaan met overlast blijft een delicate evenwichtsoefening. Overlast wordt door inwoners immers op verschillende manieren geïnterpreteerd. Voor Groen Sint-Niklaas staan bemiddeling en dialoog steeds voorop. Werken aan sociale cohesie kan wederzijds begrip versterken en meer dialoog in de hand werken. Wat spelende kinderen betreft trekken we een duidelijke lijn: kinderen hebben het recht om buiten te spelen. Het geluid van spelende kinderen is geen overlast. 

  • Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS-boetes) zijn een nuttig instrument om overlast snel aan te pakken en kort op de bal te spelen. GAS-boetes zijn echter niet zaligmakend en zeker bij jongeren pleiten we ervoor maximaal in te zetten op bemiddeling en indien nodig herstelgerichte taakstraffen. Bij het inzetten van GAS-boetes moeten verdachten goed geïnformeerd worden over hun rechten en mogelijke beroepsprocedures.
  • Uit de cijfers van het meldpunt van de stad blijkt dat – naast verkeersgerelateerde overlast – zwerfvuil en sluikstort voor de meeste klachten zorgen. Ze hebben een negatieve impact op hoe mensen hun wijk, buurt of deelgemeente percipiëren. Tegelijk is het een hardnekkig probleem dat ondanks de geleverde inspanningen moeilijk aan te pakken blijkt. Samen met verschillende partners (MIWA, politie, verschillende stadsdiensten én inwoners) maken we hier een absolute prioriteit van. Ook hier staan we een geïntegreerde en gelaagde aanpak met sensibilisering en preventie voor specifieke doelgroepen, gerichte ingrepen in de openbare ruimte (oa herinrichting van de ruimte rond de glasbakken of ondergrondse containers), nudging en de inzet van slimme technologie.
  • Groen Sint-Niklaas wil dat patsergedrag en asociaal rijgedrag in het verkeer wordt aangepakt. De aankoop van een lawaaiflitspaal tegen om overlast door boomcars, straatracers en opgedreven voertuigen te registreren en aan te pakken moet overwogen worden.  

5.🤝💪Radicalisering aanpakken

Wat alle vormen van radicalisering betreft, speelt de Lokale Integrale Veiligheidscel (LIVC) een cruciale rol om informatie uit te wisselen, de aanpak te coördineren en tendensen te bekijken en specifieke cases op te volgen. Om vormen van gewelddadig extremisme tijdig te kunnen opsporen, is een fijnmazig informeel netwerk van mensen op het terrein nodig: jeugdwerkers maar ook onderwijs en hulpverleners uit het welzijnsveld in nauw overleg met de stadsdiensten en de politie, aangevuld met brugfiguren.

  • We staan een gecoördineerde aanpak in drie fasen voor. Uitgangspunt blijft steeds preventie: wie een plek heeft in de samenleving en toekomstperspectief kan uitbouwen, is minder vatbaar voor radicalisering. Een volgende fase is curatief beleid: per specifieke case wordt een begeleiding op maat uitgewerkt met verschillende betrokken partijen. Finaal kan er repressief opgetreden worden waarbij politie en parket instaan voor opsporing, onderzoek en vervolging.
  • Aanwezigheid op het terrein betekent in dit geval ook online aanwezig zijn op verschillende platformen. Politiediensten moeten hiertoe ook de nodige tools krijgen.

6.🤝💪Illegale handel in drugs aan banden leggen

Drugsdealers op straat, pleintjes en donkere hoekjes in de stad zijn een probleem. Ze zorgen ervoor dat buurtbewoners zich onveilig voelen in (bepaalde delen van) de stad en dat kinderen en jongeren speelpleintjes mijden. Daarnaast zijn er de verslavingsproblematiek en de nefaste effecten op de gezondheid van de gebruikers. Voor Groen Sint-Niklaas moet de aanpak van drugscriminaliteit een belangrijke hoeksteen blijven van het veiligheidsbeleid in onze stad. Niet enkel dealers op straat, maar ook de criminele netwerken hogerop de keten moeten aangepakt worden. Door de zogenaamde 'war on drugs' in Antwerpen verplaatste de problematiek zich deels naar Sint-Niklaas. Samenwerking met andere politiekorpsen is hierbij dan ook noodzakelijk.

We zijn geen voorstander van het criminaliseren van druggebruikers. Zoals veel organisaties op het terrein aangeven werkt dit averechts. Er is een lang traject nodig om mensen van hun verslaving af te helpen, in combinatie met trajecten als Housing first (zie onder 'sociaal beleid'). Criminalisering van kleine gebruikers brengt mensen nog dieper in de problemen en helpt hen niet uit de vicieuze cirkel van overlast en kleine criminaliteit. 

Groen Sint-Niklaas vindt volgende zaken van belang in de aanpak van illegale handel in drugs:

  • Samenwerking met andere politiekorpsen om drugsbendes op te sporen en aan te pakken.
  • Aanwezigheid van wijkpolitie op het terrein. Ze kunnen de plaatselijke problematiek rond drugsdealers in kaart brengen en krijgen de nodige tools in handen om hiertegen op te treden.
  • Outreachers en straathoekwerkers die problematische drugsgebruikers kunnen opsporen en hen kunnen begeleiden naar hulp. Projecten als spuitenruil en de aanwezigheid van een MSOC in onze stad kunnen hierbij helpen.

7.🌳💪🤝Naar een totaalaanpak van de Stationsbuurt

Net als in vele andere (centrum)steden is de stationsomgeving in Sint-Niklaas een plaats waar veel inwoners zich onveilig voelen. Als doorgangsplek is het bij uitstek een plaats waar mensen die nergens anders een plaats hebben een plek zoeken om de dag (of in sommige gevallen ook de nacht) door te brengen. De omgeving, de inrichting en het gebrek aan sociale controle geven momenteel een weinig uitnodigende indruk. Toch heeft deze buurt op alle vlakken heel wat troeven in handen: ruimte om te ondernemen, kantoorruimtes in te richten, de nabijheid van het stadscentrum ven verschillende vervoersmodi. We pleiten voor een doordachte totaalaanpak, die niet enkel de ruimte aanpakt maar ook werk maakt van de veiligheidsproblematiek en ondernemen aantrekkelijker maakt.

  • Het verplaatsen van het busstation naar de achterkant (Noorderlaan) creëert extra ruimte aan de voorkant die kan ingevuld worden met meer groen en verblijfsruimte. Op dit moment vormt de vaak gebruikte busbaan tussen het Stationsgebouw en het gebouw van de Siniscoop een harde grens. Door de bussen te verplaatsen kan het plein meer als één geheel aangepakt worden en kunnen heel wat obstakels weggenomen worden. Hier kan ook ruimte gemaakt worden voor skateinfrastructuur of een urban sportspleintje. We bekijken hoe we de ruimte gendersensitief kunnen inrichten en betrekken hier verschillende doelgroepen bij (jongeren, buurtbewoners, ondernemers).
  • Rond het plein is nog veel ruimte voor innovatieve ondernemingen. De verdere ontwikkeling van de stationsbuurt (zie onder Lokale economie) kan het vliegwiel zijn om de hele buurt op te liften.
  • De esplanade is momenteel op een bomenrij na een versteende ruimte. We willen de aanpak van de winkelwandellus doortrekken naar de volledige esplanade, met ontharding, vergroening en meer ruimte voor ontmoeting. We willen van het Stationsplein meer een aangename toegangspoort naar de stad maken. De kunstwerken zijn eveneens aan vervanging toe. Robuuste werken die perfect te integreren zijn in de omgevingsaanleg, een link hebben met de stad en eventueel bespeelbaar zijn zouden hier een meerwaarde kunnen hebben.
  • De trappen aan de Action vormen een verdoken hoek, zijn weinig toegankelijk en trekken zwerfvuil aan. We bekijken hoe we dit deel bij de totaalaanleg kunnen betrekken door de trappen te vervangen door een alternatieve aanleg die beter in de omgeving geïntegreerd is.
  • Het opstarten van gebiedsgerichte werking in de Stationsbuurt kan de sociale cohesie in de buurt een stevige boost geven. Door buurtactiviteiten te organiseren en te stimuleren komt er meer leven in de buurt. Het Stationsplein wordt op dat vlak vandaag onderbenut. Geregelde activiteiten op het plein zorgen voor meer leven. Bij de opstart gebruiken we de learnings uit Kroonmolen aan Zet en betrekken we alle partners die in de wijk actief zijn.
  • Het bioscoopcomplex wordt momenteel onderbenut. Samen met de eigenaars gaan we op zoek naar nieuwe en alternatieve invullingen voor de onbenutte ruimtes. Ook de parking van de NMBS kan een upgrade gebruiken. We zetten de eigenaars er ook toe aan om de buitenruimte aangenamer in te richten om deze kant van het plein een nieuw elan te geven. Na goed 20 jaar kan het gebouw een stevige opfrisbeurt gebruiken.
  • Een permanente, zichtbare en aanspreekbare aanwezigheid van politiemensen in en om het station, ook buiten de piekmomenten. We zetten jongerenopbouwwerkers, straathoekwerkers en outreachers specifiek in deze omgeving in om aanvullend op het werk van de politiemensen connectie te blijven maken met mensen die geregeld in en om het station verblijven.
  • We pleiten voor intensiever en wederkerend overleg met de NMBS en Infrabel over de infrastructuur rond het station.

 

Terug naar overzicht programma